Sint-Andries kwartier herleeft

4e wijk - Antwerpen

VAN CRAESBEECKSTRAAT

De naam “ Van Craesbeeckstraat “ is in 1882 gegeven aan het weggedeelte tussen de Prekersstraat en de huidige Willem Lepelstraat. Daarvoor heette ze
Liesstraat, een naam die refereert naar de schilder Jozef Lies. Het oudste gedeelte van de Van Craesbeeckstraat was ontstaan door een verbreding van een gang aan de Prekersstraat die verder doorgetrokken werd tot op de zuidelijke grens van de Lepelgang die in de Lepelstraat uitmondde. In 1938 werd de Van Craesbeeckstraat verlengd tot aan de Kronenburgstraat.
Joos Van Craesbeeck, zoon van een schepen van Neerlinter, was bakker in het Zuidkasteel. Zijn moeder hield er de kantine open. Hij verleidde de dochter van zijn baas en werd verplicht om met haar te trouwen. De schilder Adriaan Brouwer werd als spion binnen de omheining van het kasteel bij de lurven gevat en in de kerker achter de tralies gezet. Joos wist de straf van Brouwer te verzachten en bezorgde Adriaan het nodige om te kunnen schilderen. Van Craesbeeck bewonderde het werk van Brouwer en begon zelf palet en penseel te hanteren. Toen Adriaan zijn vrijheid verkregen had, mocht hij bij Joos intrekken om hem verder in de kunst van het schilderen in te wijden. Brouwer bleek echter niet ongevoelig voor de charmes van Joos’ vrouw. Zodra de achterdocht van de
echtgenoot veranderde in zekerheid smeet Van Craesbeeck Brouwer de deur uit.
In 1634 werd Joos “ vrijmeester “ in de Sint-Lucasgilde als “ backer ende schilder “. Hij leidde verder een losbandig leven en dronk een stevig glas. Na de dood van vrouw en kind wijdde hij zich voortaan uitsluitend aan de schilderkunst.
In 1655 overlijdt hij. Zeldzaam zijn de schilderijen van zijn hand die bewaard zijn gebleven.

 


© 2008 Sint-Andries kwartier herleeft, last edit 06/19/2008