Sint-Andries kwartier herleeft

4e wijk - Antwerpen

Kloosterstraat

De Kloosterstraat heeft een rijk verleden en dankt haar naam aan de vroeger aan (in) deze straat gelegen Sint-Michielsabdij. Zij was eens, tot de verbreeding van de Boeksteeg en omdooping tot Natrionalestraat (waarvoor de slopingswerken op 3 oktober 1878 startten) een belangrijke verbindingsweg tussen de oude stad en de zuidwaarts gelegen gebieden.
Haar oorspong is denkelijk een Frankische heirbaan die van aan de burcht via de Hoogstraat (alta platea) en de hoogten langs de Schelde zuidwaarts doorliep tot aan het veer bij het Hellegat op de Rupel.
Aan deze verbindingsweg is op een van de "hoogten" een (religieuze) nederzetting gebouwd. Mogelijk was er reeds een nederzetting waar Karel de Groote tijdens een tocht per boot van Gent naar de Rijnstreek overnachtte in 830.
Deze "oerabdij"wordt ook vermeld als een van de twee kernen waaruit Antwerpen zou kunnen gegroeid zijn. Na de inval van de Noormannen en de uitbranding van het oude Antwerpen in 836 (837) kan de bevolkingsgroep rond deze "oerabdij" de bijzonderste tweede geweest zijn.
Ook van in de Romeinse tijd zijn er nog sporen gevonden. De oorsprong is evenwel zeker niet uit die tijd, daar tijdens de DuinkerkeII transgressie de gebieden hier onder water gezet werden.

De oude St-Michielskerk, waarvan de oorsprong na 708 moet gesitueerd worden maar denkelijk ontstaan in of voor de 10e eeuw, was toen de enige parochie van Antwerpen en omgeving.
De burchtkerk: de Sint-Walburgiskerk wordt reeds in 1114-1119 vermeld als een capella afhangende van de Sint-Michielskerk.
In 1095 of 1096 stichtte Godfried van Boullon er twaalf Kannunniksplaatsen. De kerk kreeg toen ook de rang van collegiaal. Het is ook dan dat er voor het eerst sprake is van een onafhankelijke inkomstenbron voor de kerk. Deze bron wordt na wat geharrewar verzekerd, op 21 november 1119 wordt het keizerlijke stuk bekomen waarbij de poldertienden aan de Antwerpse kerk verzekerd worden. Voordien kreeg de kerk haar inkomsten rechtstreeks van de heersende meesters (met bijhorende bemoeienissen).
In 1124 wordt er op de gronden van de kerk de Sint-Michielsabdij gesticht door de Norbertijnen.
Pas in 1253 worden de abdijgronden ommuurd. De abdij was aan de noordzijde begrensd door de Kromme Elleboogstraat en aan de zuidzijde door de Kaaistraat. Het Prinsenhof dat zich binnen de abdij situeerde deed dienst als "Hotel"voor al de voorname gasten die Antwerpen in die tijd aandeden. Deze taak werd achteraf overgenomen door het Hof Van Liere (gebouwd in 1516).
De Kloosterstraat en omgeving wordt pas bij de derde stadsvergrooting (1291-1341) binnen de stadsmuren opgenomen. Voordien behoorde dit deel toe aan het Kiel dat zich tot aan Oever uitstrekte. Deze stadsvergrooting strekte zich zuidwaarts uit tot aan de Kronenburgtoren, die we iets zuidelijk van de Scheldestraat moeten situeren.
Het toenmalige stratenpatroon geleek zeer sterk op het huidige (zoals voor heel de oude binnenstad). Enkele straten in de 4e wijk hebben echter grote wijzigingen ondergaan. Zo zijn de Kaaistraat en de Kronenburgstraat die de Kloosterstraat naar de Schelde toe verbonden verdwenen. De Kronenburgstraat leidde naar de Kronenburgtoren, de Kaaistraat moet men iets zuidelijk van het verlengde van de Prekerstraat situeren. Tussen beide straaten lag de Eeck-hof.
Van deze stadsgedeelten is nu niets meer te vinden, De Kronenburgtoren (1314) werd in 1567 bij de bouw van de Citadel afgebroken.
Bij de Franse revolutie komt er einde van de Sint-Michielsabdij. Bij wet van 1 september 1796 worden al de kloosterorden opgeheven en op 16 december worden de Sint-Michielsheren gewapenderhand uit hun abdij gedreven. De abdij wordt na verkoop afgebroken om plaats te maken voor de scheepstimmerwerven. Op vraag van Napoleon wordt er gestopt met de verdere nodeloze afbraak van gebouwen en blijven het Prinsenhof en de kerk gespaard. De gebouwen worden gebruikt als opslagplaats.
Bij de bevrijding in 1830, de "Hollanders" worden dan uit de citadel verdreven. Tijdens de gevechten ontstaat er echter heel wat schade in dit stadsgedeelte. Door beschieting van uit de citadel en van op het water ontstaat er op 27 oktober brand in de nog resterende klooster-gebouwen. Alleen de kerktoren blijft nog tot in 1833 overeind.
Op de gronden van de abdij werden in 1842 een viertal straten getrokken. De namen Arsenaalstraat, Vlaanderenstraat, Verbrande Entrepotstraat en St-Michielstraat werden aangenomen op 30oktober 1847.
De straatnamen van de Hoopstraat (15-3-1937: Goedehoopstraat) en Fortuinstraat kregen hun naam in 1876 . Hun namen refereren naar de schepen "de Fortuin"en "de Hoop"die in 1585 ingezet werden ter vernieling van de zgn.Farnesebrug.

 

externe link: Het Mercator-Orteliushuis te Antwerpen


© 2007 Sint-Andries kwartier herleeft, last edit 05/27/2007